Stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci)

Symptomen
Het blad van jonge planten is gekromd en ernstig misvormd. Later aangetaste planten zijn gedrongen en blauwachtig van kleur. Het blad kan sterk verdikt en broos van structuur zijn. Aangetaste bollen zijn glazig. De binnenste rokken zwellen meer op en vertonen een witte voosachtige structuur. De wortels verteren en de planten gaan rotten. De aangetaste planten en bollen scheiden een typerende geur af.

Ontwikkeling en infectie
Aan het begin van het seizoen dringen larven ondergronds het jonge weefsel van kiemplanten binnen. Via vrij water (na regen of beregening) kan het stengelaaltje ook bovengrondse delen van de plant bereiken en daar via huidmondjes of door directe penetratie de plant binnendringen. In het weefsel eet het stengelaaltje aan de inhoud van de cellen door celwandafbrekende enzymen af te scheiden. Als de wijfjes geslachtsrijp zijn produceren ze 200-500 eieren. Het stengelaaltje heeft een brede waardplantenreeks. Bijzonder is het vermogen van het stengelaaltje om in en op droog organisch materiaal in rust te gaan. Zelfs bij het ontbreken van een waard kan het stengelaaltje voor lange tijd in de bodem overleven.

Voorkomen en bestrijden
Teel op grond vrij van stengelaaltjes en gebruik gezond uitgangsmateriaal. Voorkom uitbreiding van bestaande besmettingen, reinig werktuigen en gereedschap en vermijd verplaatsing van besmette grond. Witlof, peen, tarwe en gerst vermeerderen het stengelaaltje niet en zijn ongevoelig voor schade. Vernietig ziek materiaal en laat dit vooral niet achter op of bij het perceel.

(Bron: De Groot en Slot B.V. “Belangrijke plagen en ziekten in uien”)