Fusarium bolrot (Fusarium oxysporum f.sp. cepae)

Fusarium bolrot is een groot probleem, vooral in subtropische gebieden. Tijdens warme zomers kan de ziekte zich ook in gematigde streken manifesteren.

Symptomen
De eerste symptomen zijn het vergelen en verdraaien van het blad. Vervolgens sterft het blad af, beginnend bij de bladpunten. Bij een vroege infectie kan de hele plant verwelken. Aangetaste wortels worden donkerbruin en zullen verrotten. In een verder gevorderd stadium is op de bolbodem een wit schimmelpluis zichtbaar. In tegenstelling tot witrot bevat dit geen sclerotiën. Als een geïnfecteerde bol in de lengte wordt doorgesneden zien de bolbodem en het onderste deel van de rokken er waterig en bleekgrijs uit.

Ontwikkeling en infectie
Fusarium is een bodemschimmel die door middel van chlamydosporen enkele jaren kan overleven. De optimale bodemtemperatuur voor de ziekte ligt rond de 25ºC. Bij een temperatuur lager dan 15ºC ontstaan nauwelijks symptomen. De planten kunnen in ieder stadium geïnfecteerd raken. Beschadiging van de wortels of de bolbodem, bijvoorbeeld veroorzaakt door maden van de uienvlieg, vergroot de kans op infectie. De ziekte kan zich via machines en besmette plantuien verspreiden naar andere percelen. Ook tijdens de bewaring blijft Fusarium bolrot zich ontwikkelen en binnen de partij verspreiden.

Voorkomen en bestrijden
Op besmette velden alleen rassen telen met volledige resistentie of een hoog resistentieniveau tegen Fusarium bolrot. Een vruchtwisseling van 4 jaar of langer kan de kans op een aantasting aanmerkelijk verminderen. Aangetaste partijen niet te lang bewaren. Is lange bewaring toch noodzakelijk, handhaaf dan een temperatuur lager dan 4ºC.

(Bron: De Groot en Slot B.V. “Belangrijke plagen en ziekten in uien”)