Bacterienatrot (Erwinia carotovora subsp. carotovora)

Bacterienatrot komt in veel groentegewassen voor. Het kan in uien aanzienlijke opbrengstderving veroorzaken, zowel op het veld als in de bewaring.

Symptomen
Erwinia kan de planten al in het veld infecteren. De bladeren verwelken en zullen in een later stadium verdrogen. Bij het doorsnijden van een geïnfecteerde plant is het midden van de (beginnende) bol in zijn geheel verslijmd en stinkt. De rokken zijn zacht en zien er waterig uit. Later ontstaat er bleekgeel tot lichtbruin slijm. Aangetaste bollen zijn zacht. Bij samenknijpen komt er een waterige, stinkende vloeistof of slijm naar buiten.

Ontwikkeling en infectie
De bacteriën die in de uienteelt voor problemen zorgen komen voor in de bodem, in oppervlaktewater en op gewasresten. Infectie vindt bijna altijd plaats via wondjes, ontstaan door:

  • Insectenvraat;
  • Hagel, zware regenval en harde wind. Ook als het langdurig rustig regent, kan blad doorweekt raken omdat het in een plas ligt of omdat de bladoksels vol water staan en daar gaan rotten;
  • Plekken op het blad die al zijn aangetast door andere (schimmel)ziekten, zoals bladvlekkenziekte en valse meeldauw;
  • Schade die optreedt bij gewasverzorging en de oogst. Wonden, bijvoorbeeld ontstaan na te vroeg of te kort loofklappen, kunnen ook een invalspoort zijn.

De bacteriën dringen de bol meestal, maar niet uitsluitend, binnen via wondjes op de nek. Water is nodig voor infectie. De infectie gaat sneller naarmate het warmer wordt. De bacteriën zijn niet meer actief bij een temperatuur beneden 3ºC.

Voorkomen en bestrijden
Zorg voor een goede structuur en drainage van de bodem, zodat er een goede afwatering is en er geen verslemping kan ontstaan. Bestrijd insecten en andere ziekteverwekkers. Vermijd extreme groei van het loof. Geef daarom niet teveel stikstof, omdat een weelderig gewas broos is en extra gevoelig voor hagel, regen en windschade. Niet over de kop beregenen na het bollen. Bij late hagelschade eventueel mechanisch strijken om te voorkomen dat er water in de pijpen blijft staan. Bij het oogsten moet het gewas droog zijn en schade moet zoveel mogelijk worden vermeden. De uien moeten koel en zo droog mogelijk bewaard worden.

(Bron: De Groot en Slot B.V. “Belangrijke plagen en ziekten in uien”)